Nederland wordt democratisch bestuurd.
Macht moet worden verdeeld en in handen van het volk.
Het volk kiest vertegenwoordigers en de vertegenwoordigers benoemen (en ontslaan) de bestuurders.
Landelijk, provinciaal, gemeentelijk.
Bij verkiezing wordt niet op personen maar op democratische georganiseerde politieke verenigingen gestemd.
Toewijzing van zetels gaat zoals nu naar verhouding van het aantal verkregen stemmen en het minimum aantal zetels blijft 1.
Waterschappen worden als afzonderlijke machten afgeschaft en ondergebracht bij de 3 lagen.
De volksvertegenwoordiging is niet gesplitst in "kamers".
De volksvertegenwoordiging heeft zowel landelijk als provinciaal en gemeentelijk zijn eigen voorzitter. Een bestuurder is dus geen voorzitter van de volksvertegenwoordiging. Dubbelfuncties zijn niet mogelijk.
De volksvertegenwoordiging maakt de wetten en controleert het bestuur, en is daarmede de hoogste macht.
Macht.
Wie heeft de macht?